Waarom je in sommige gemeenten bijna zeker een boete krijgt in zone 30

01 jul , 8:00Binnenland
250630zone30
Wie zich keurig aan de snelheidsregels probeert te houden in een zone 30, kan toch zonder pardon een boete in de bus krijgen. En dat is lang niet altijd toeval. Professor Johan De Mol (UGent) legt bloot hoe sommige Vlaamse gemeenten met trajectcontroles omgaan. Zijn conclusie: “Dit heeft weinig te maken met verkeersveiligheid en alles met inkomsten.”
Volgens De Mol zijn er steeds meer gemeenten die trajectcontroles installeren die bewust veel te kort zijn. Het gevolg? Bestuurders die hun snelheid wél proberen te verlagen, maar nét te laat onder de limiet duiken, worden alsnog bestraft. Zeker als de controle direct begint bij het bord 'zone 30' en al na 200 meter eindigt.

Boetes voor wie zich eigenlijk wél aanpast

De Mol, die wordt geciteerd in Het Nieuwsblad, berekende dat een auto die 35 km/u rijdt, slechts vier seconden sneller is dan iemand die zich strikt aan 30 km/u houdt. “Maar het is net in die seconden dat je wordt gepakt, nog voor je je snelheid echt hebt kunnen aanpassen,” stelt hij.
Een schrijnend voorbeeld vindt hij de situatie in Meise, waar een trajectcontrole in een zone 30 pal aan het begin start en verrassend snel ophoudt. De Mol werd daar zelf geflitst en noemt het een typisch voorbeeld van een systeem dat “verdienen belangrijker vindt dan leefbaarheid”.

Privébedrijven profiteren mee

Wat het nog pijnlijker maakt, is dat veel van die systemen zijn uitbesteed aan privépartners. Die bedrijven plaatsen de apparatuur en krijgen vervolgens een deel van de boete-opbrengsten. Dat roept vragen op over hun motivatie en die van sommige gemeentebesturen.
Volgens De Mol worden trajectcontroles soms zelfs “onnatuurlijk ingekort”. Ze stoppen dan op een moment dat totaal niet logisch is qua verkeerssituatie, maar wél gunstig om meer overtredingen te registreren. “Zo ondergraaf je het draagvlak voor zulke maatregelen,” zegt hij.

Oplossingen liggen voor de hand

Toch hoeft het niet zo te blijven. De Mol stelt voor om zulke controles pas ná de start van een zone 30 te laten beginnen, zodat bestuurders eerst tijd krijgen om af te remmen. Ook pleit hij ervoor om de lengte van een trajectcontrole minimaal 500 meter te maken, zodat het systeem een realistische gemiddelde snelheid kan meten.
Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) liet eerder dit jaar al weten dat ze een grondige evaluatie van deze lokale systemen wil. De vraag is of gemeenten bereid zijn om de inkomsten even opzij te zetten in ruil voor meer rechtvaardigheid.
Powered by Newsifier