Steeds meer kinderen slapen slecht: dit is wat er écht aan de hand is

Steeds vaker horen ouders dat hun kind ’s avonds moeilijk in slaap valt, vaker wakker wordt of nog uren ligt te woelen. Het lijkt geen toeval: cijfers uit verschillende onderzoeken tonen dat kinderen gemiddeld minder goed slapen dan tien jaar geleden. En dat begint steeds jonger.

De oorzaken zijn uiteenlopend, maar één element springt eruit: schermtijd. Waar vroeger het avondritueel draaide rond een boekje of wat rustige muziek, is er vandaag vaak nog een tablet of tv in het spel tot vlak voor bedtijd. En blauw licht, in combinatie met prikkels van video’s of games, houdt het brein actief.

Daarnaast is ook het dagritme van gezinnen veranderd. Drukke naschoolse activiteiten, minder vaste routines en een hoger stressniveau in het gezin kunnen allemaal bijdragen aan onrustige nachten. Zelfs bij peuters wordt meer slaapproblematiek vastgesteld dan vroeger.

Wat kan je doen als ouder?
Gelukkig zijn er manieren om de slaapkwaliteit van kinderen weer op peil te krijgen. De basis? Terug naar eenvoud. Een vaste bedtijd, een kalm avondritueel en minstens een halfuur voor het slapengaan géén schermen maken al een groot verschil. Zorg ook voor een koele, donkere kamer zonder afleiding.

Ook voeding speelt een rol. Zoete of zware snacks vlak voor het slapengaan kunnen de slaap verstoren. En let op met cafeïne: ook frisdranken of chocolademelk kunnen effect hebben, zelfs bij lagere dosissen.

Merk je dat je kind ondanks deze aanpassingen wekenlang slecht blijft slapen, dan is het belangrijk om in gesprek te gaan met een zorgverlener. Want chronisch slaaptekort heeft gevolgen op school, in het gedrag én in het gezin.

In een wereld vol prikkels is slaap een kostbaar goed geworden – ook voor kinderen. En misschien begint betere nachtrust wel met één simpele keuze: de schermen uit, het hoofd leeg, en een vertrouwde routine die rust brengt.