Bijna elk jaar duikt hetzelfde fenomeen op: zodra november eraan komt, slaapt de helft van Vlaanderen plots slechter. Je ligt langer wakker, draait meer, wordt ’s nachts sneller wakker of voelt je overdag uitgeput. Het lijkt alsof het “erbij hoort”, maar de wetenschap weet intussen perfect waarom die maanden ons slaapritme zo hard raken.
Donkere dagen, ontregelde hersenen
Het begint bij het licht. Zodra de dagen korter worden, krijgt onze biologische klok minder prikkels om zich op te richten. Zonlicht is hét signaal waarmee ons lichaam weet wanneer het tijd is om wakker te zijn of om stilaan af te bouwen. In november en december valt dat natuurlijke kompas grotendeels weg.
Daardoor daalt de aanmaak van serotonine, waardoor je je prikkelbaarder voelt en minder stabiel in je humeur zit. Tegelijk gaat de melatonine — ons slaaphormoon — grillig reageren: soms voel je je overdag slaperig, soms lig je ’s nachts klaarwakker. Die dubbele ontregeling zorgt ervoor dat je niet meer op het natuurlijke ritme in slaap valt.
Ook de buitentemperaturen veranderen sneller dan we beseffen. We stoken vaker, de kamers worden warmer, en dat botst met wat ons lichaam nodig heeft om tot rust te komen. Een koele slaapkamer is ideaal, maar in de winter maken we ze per ongeluk vaak te warm. Daardoor blijft je lichaam actief terwijl je eigenlijk wil
slapen.
En dan is er nog de mentale factor. November en december zijn traditioneel maanden waarin veel tegelijk samenkomt: werkdeadlines, kerstvoorbereidingen, familieplannen en een agenda die maar voller wordt. Zelfs als je het goed onder controle denkt te hebben, neemt je hoofd die druk mee naar bed.
Mensen trekken zich in deze periode ook meer terug binnen. Minder frisse lucht, minder beweging, minder daglicht: drie elementen die rechtstreeks invloed hebben op de diepte van je slaap. Wie weinig buiten komt, maakt simpelweg minder “slaapsignalen” aan.
Toch is er hoop. Experts benadrukken dat kleine aanpassingen al een groot verschil maken: een dagelijkse korte wandeling, lichttherapie in de ochtend, een koele slaapkamer, telefoons wat vroeger weg en overdag minstens één “echte pauze”.
November en december mogen dan donkere maanden zijn, maar je nachtrust hoeft niet in hetzelfde spoor te volgen. Een paar bewuste keuzes geven je slaapritme vaak sneller terug dan je denkt.