Voor
Thibau Nys leek het een droom die uitkwam: zijn eerste Tour de France. Vol vertrouwen stond hij aan de start in Florence, klaar om zich te meten met de wereldtop. Maar de harde realiteit van de Ronde sneed al snel door dat optimisme heen.
Een valpartij op dag één, bij zestig per uur tegen het asfalt. Geen ideale start, zoveel is zeker. Maar het euvel blijkt dieper te zitten. “De Tour is geen Waalse klassieker. Het is elke dag oorlog om positie" zegt ploegleider Steven de Jongh van Lidl-Trek. “Dat geweld, die stress… Daar moet je mentaal tegen gewapend zijn.”
Te veel respect, te weinig durf
Nys is niet fysiek kapot. De motor is er, zeggen ze. Maar het hoofd zit nog niet mee. In Rouen, tijdens een technische finale waar kansen lagen, koos hij niet voor de aanval, maar voor zekerheid. “Ik had bang dat ik mezelf zou opblazen,” gaf hij na afloop toe. “Dus ik hield me in. Maar dat was fout.”
Die eerlijkheid siert hem, maar toont ook de worsteling. De Tour straft aarzeling af. En voor wie geen risico durft nemen, blijft alleen het peloton achteraan. Nys beseft het zelf als geen ander: “Ik was te voorzichtig. En dan lukt het niet.”
Geen paniek, maar de klok tikt
Drie ritten waar hij op mikte zijn al voorbij. Zijn naam verscheen nog nergens in de top-50. De verwachtingen maken plaats voor lessen. En terwijl de druk groeit, probeert zijn ploeg de rust te bewaren.
“Laat hem groeien,” klinkt het bij Lidl-Trek. “Het talent is er. Nu moet het vertrouwen nog volgen.”