De herfst is vaak het moment waarop we minder in de tuin komen. Het wordt kouder, natter en het lijkt alsof alles stilvalt. Maar net nu kan een kleine inspanning een groot verschil maken voor het voorjaar. Wie zijn tuin in november of begin december even onder handen neemt, begint straks met een voorsprong – en minder werk.
Tuin winterklaar maken zonder dat het een dagtaak wordt
Het hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Begin met het weghalen van bladeren op het gazon. Laat ze gerust liggen onder struiken en bomen: daar beschermen ze de bodem en vormen ze schuilplaats voor egeltjes en insecten. Maar op het gras kunnen ze schimmel veroorzaken, en dat zie je in het voorjaar meteen terug.
Snoeien hoeft maar deels. Zomerbloeiers zoals lavendel of vlinderstruik kan je licht terugnemen. Laat siergrassen en uitgebloeide planten met mooie zaadkoppen gerust staan. Ze geven structuur in een kale wintertuin en vormen een belangrijke voedselbron voor vogels.
Een andere kleine moeite met groot resultaat: vul bloembakken en borders aan met winterharde planten. Denk aan helleborus, violen, skimmia of winterheide. Ze brengen kleur op donkere dagen én trekken nuttige insecten aan zodra het iets warmer wordt.
Vogels niet vergeten
Wie moestuinbakken heeft, kan ze afdekken met bladeren, stro of een jute doek. Zo blijft de bodem actief en bescherm je de wortels tegen vorst. En als je fruitbomen hebt: een beetje compost rond de stam werkt als een natuurlijke energiestoot.
Tot slot: vergeet de vogels niet. Hang een voedersilo op of leg wat vetbollen uit. Wanneer voedsel schaars wordt, helpt dat hen de winter door – en in ruil houden ze je tuin vrij van ongewenste insecten wanneer het weer lente wordt.
Kleine inspanningen nu = een tuin die straks sneller tot leven komt. En dat voel je — elke keer wanneer het dagen weer langer worden.