Een uitgesproken winterprik staat klaar om West-Europa in te palmen. Vanuit het oosten schuift een omvangrijke koudebel richting onze regio, met ijskoude en vooral droge lucht in haar spoor. Het gevolg wordt een opvallend contrast: strenge kou, maar tegelijk helder en zonnig winterweer.
Een winter met scherpe randjes
De aangevoerde luchtmassa is uitzonderlijk droog. Dauwpunten zakken diep onder nul, wat maakt dat de kou extra snijdend aanvoelt. In combinatie met een stevige oostenwind keldert de gevoelstemperatuur fors, ook al blijven de cijfers op de thermometer beperkt. Vooral midden in de week wordt het onaangenaam koud, wanneer wind en vorst samen pieken.
Geen sneeuw, wél zon
Wie hoopt op een witte kerst, komt bedrogen uit. Neerslag is nauwelijks aan de orde. In de plaats krijgen we brede opklaringen en zelfs zonovergoten dagen met een staalblauwe hemel. Het is dat zeldzame wintertype waarbij de natuur er prachtig uitziet, maar waarbij handschoenen en muts geen overbodige luxe zijn.
Nachten met algemene vorst
Overdag blijven de maxima laag, ’s nachts vriest het overal. Dat zorgt voor rijm en gladde plekken in de vroege uren, maar overdag blijft het droog. Ook aan de kust houdt het hogedrukweer stand, al blaast de wind daar extra scherp.
Reizigers: twee heel verschillende verhalen
Voor wie met de auto richting de Alpen trekt, zijn de vooruitzichten gunstig. Het hogedrukgebied houdt storingen weg, waardoor het traject naar Oostenrijk en Zwitserland grotendeels droog en zonnig verloopt.
Wie daarentegen zuidwaarts reist voor zon en zachtere temperaturen, krijgt minder cadeau. In Spanje blijft het wisselvallig en fris, terwijl Italië en Griekenland zelfs met uitgesproken slecht weer te maken krijgen. Een klassiek patroon: wanneer het bij ons kraakhelder is, wijkt de onstabiliteit uit naar het zuiden.
Volgens
Frank Duboccage in
Het Laatste Nieuws is het zo’n winterfase die niet vaak voorkomt: “Geen grijs, geen sneeuw, maar wel zon en bijtende kou.” Mooie dagen voor de ogen, uitdagende voor het lichaam.