De Brusselse procureur des Konings Julien Moinil herhaalde het al vaker: justitie en politie hebben dringend meer middelen nodig om de drugscriminaliteit te bestrijden. Zonder versterking van parket en gevangenissen blijft elk ander plan dweilen met de kraan open. Toch kiest de regering-De Wever voor gemengde patrouilles van militairen en politie in probleemwijken, een beslissing die scherpe reacties oproept.
Oud-generaal Marc Thys waarschuwt dat dit plan gevaarlijk naïef is. “In 2016 zetten we militairen in tegen terreur, dat was een heel andere situatie. Tegen drugscriminelen is de dreiging totaal anders. Militairen mogen in principe enkel zichzelf verdedigen, en ik vrees dat ze doelbewust getest zullen worden", zegt hij in De Afspraak.
Vrees voor escalatie
Thys schetst een somber scenario: “Een groot schietincident is niet ondenkbaar, met mogelijk burgerslachtoffers tot gevolg.” Ook strafpleiter Walter Damen deelt die bezorgdheid. “Drugscriminelen beschikken over handgranaten en zware wapens. Bij een confrontatie dreigt de situatie helemaal uit de hand te lopen", klinkt het.
Volgens Damen gaat het vooral om politieke symboliek. “Het lijkt een sterk signaal, maar daar stopt het ook. Een terrorist handelt meestal alleen en is sneller te neutraliseren. Drugsbendes zijn georganiseerd, zwaarbewapend en veel moeilijker te controleren.”
Echte oplossing ligt elders
Voor Thys en Damen is het duidelijk: militairen op straat lossen het probleem niet op. “We moeten het hele systeem versterken: parketten, politie én gevangenissen. Die keten is jarenlang verwaarloosd en daar moet dringend verandering in komen", besluit Thys.