Dronespaniek in België: expert legt uit waarom gewone mensen zo hard schrikken

13 nov , 10:00Binnenland
Drones
doorBMR
De voorbije dagen zagen mensen in heel België opnieuw vreemde lichtjes boven hun hoofd. Drones, zeggen sommigen. Anderen twijfelen, maar de paniek was er meteen – van sociale media tot aan keukentafels. En precies dat verontrust militair expert Tom Simoens, professor aan de Koninklijke Militaire School. In De Morgen legt hij uit waarom vooral gewone mensen zo sterk reageren op alles wat met drones te maken heeft.
Volgens Simoens is er vandaag nog amper ruimte voor nuance. Zodra iemand een drone vermoedt, schieten we in dezelfde reflex als tijdens de eerste coronamaanden: angst, geruchten en een stortvloed aan complottheorieën. Maar vaak gaat het niet eens om drones.
“Een politiehelikopter, een vliegtuig, een reflectie… het wordt allemaal meteen gezien als een aanval. We kunnen niet meer rustig blijven", zegt Simoens in De Morgen. Hij noemt het zelfs ‘dronitis’ – een soort collectieve gevoeligheid die elke melding vergroot tot een bedreiging.

De gewone Belg voelt zich kwetsbaar

Dat heeft volgens hem alles te maken met hoe fragiel veel mensen zich vandaag voelen. Het vertrouwen in overheid en media staat onder druk, en dat maakt dat elke nieuwe dreiging – echt of niet – sneller binnenkomt. Simoens merkt hoe mensen in hun directe omgeving meteen ongerust worden. “Een grote middengroep beseft wel dat de wereld onveiliger is, maar tegelijk willen ze gerustgesteld worden. En die geruststelling komt vaak te laat.”
Of Rusland werkelijk achter de drones zit, laat Simoens in het midden. Maar hij benoemt één harde realiteit: de paniekreactie op straat én online speelt in de kaart van wie onze samenleving wil verzwakken. “Als mensen elkaar beginnen wantrouwen en twijfelen aan de overheid, dan is het doel al bereikt", klinkt het. Zelfs zonder één neergehaalde drone.

Moeten we dan niet gewoon schieten?

Opvallend: Simoens vindt dat we soms té voorzichtig zijn. Een drone van één kilo neerhalen is volgens hem geen ramp. “Als die op een auto valt, zal de overheid dat wel vergoeden", zegt hij. Hij pleit voor meer realisme: een samenleving die zichzelf wil beschermen, moet af en toe risico’s durven nemen. Simoens benadrukt dat vooral goede communicatie cruciaal is. Niet bagatelliseren, maar ook niet dramatiseren. Zeggen wat kan gezegd worden, en geen onnodige geheimdoenerij – maar ook geen militaire informatie vrijgeven die kwaadwilligen kan helpen.
Want het is precies die mix van twijfel en onduidelijkheid die gewone mensen nerveus maakt.

Zijn we nu in oorlog?

Het antwoord van Simoens is bijzonder genuanceerd: volgens het Westen niet, volgens Rusland wel. Die manier van denken – waarin alles grijs is in plaats van zwart-wit – maakt het voor veel mensen extra moeilijk om de situatie te begrijpen.
“We moeten leren omgaan met dat grijs", zegt hij. “We zitten niet in een klassieke oorlog, maar we leven ook niet in volledige vrede. En dat is precies waarom mensen zo snel schrikken.”
loading

Loading