De stad Mortsel bereidt zich voor op een stevige financiële bijsturing. Vanaf 2026 worden zowel de personenbelasting als de onroerende voorheffing opgetrokken. Dat blijkt uit het nieuwe meerjarenplan dat het stadsbestuur volgende week voorlegt.
Volgens burgemeester Michiel Hubeau (Groen) is de maatregel onvermijdelijk. Mortsel ziet de uitgaven al enkele jaren sneller stijgen dan de inkomsten. Dat heeft volgens het bestuur vooral te maken met bevoegdheden die van hogere overheden naar gemeenten verschuiven, zonder bijkomende financiële steun.
Bij de drukste kostenposten valt één element extra op: de reorganisatie van de politiezones. Door het vertrek van Borsbeek uit politiezone Minos — na de fusie met Antwerpen — betaalt Mortsel jaarlijks ongeveer 1,3 miljoen euro meer aan politiewerking.
De aanvullende personenbelasting gaat van 6,5 naar 7,5 procent. De opcentiemen op de onroerende voorheffing stijgen van 830 naar 895. Dat moet het structurele tekort verkleinen, al benadrukt het bestuur dat de stijgingen vooral de hogere inkomens het sterkst treffen.
Hubeau zegt dat eenmalige ingrepen onvoldoende zijn om het financiële evenwicht te herstellen. Investeringen uitstellen of gebouwen verkopen zou volgens hem enkel tijd kopen, maar het probleem niet oplossen.
Ondanks de hogere factuur voor inwoners wil de stad haar belangrijkste troeven behouden. Het bestuur zegt bewust niet te raken aan voorzieningen voor gezinnen, lokale voorzieningen of het vrijetijdsaanbod. Mortsel wil volgens Hubeau een aantrekkelijke, leefbare stad blijven, ook in financieel moeilijkere tijden.