Iedereen heeft het wel eens meegemaakt: je bent te laat vertrokken, het verkeer zit tegen en de klok tikt genadeloos verder. Uitgerekend op die momenten merk je dat je rijgedrag verandert. Je drukt harder op het gaspedaal, let minder op details en raakt sneller gefrustreerd. Maar waarom rijden we eigenlijk slechter zodra we gehaast zijn? En belangrijker: wat kan je doen om die valkuil te vermijden?
Stress in je brein
Volgens verkeerspsychologen van het Belgische Vias Institute is haast één van de grootste triggers voor risicovol rijgedrag. Stress zorgt ervoor dat je hersenen overschakelen op “kortetermijndenken”: je focust enkel nog op snel vooruitkomen, niet meer op veiligheid of overzicht.
Onderzoek van de Universiteit van Leeds toont zelfs dat bestuurders die onder tijdsdruk rijden, dubbel zoveel kans hebben om fouten te maken. Ze kijken minder in de spiegels, houden minder afstand en schatten afstanden verkeerd in.
De illusie van tijdswinst
Wat haast extra verraderlijk maakt, is dat we vaak denken dat we tijd winnen door sneller te rijden. In werkelijkheid is dat meestal een illusie. Een rit van 30 minuten wordt nauwelijks korter als je 10 km/u sneller rijdt. In stadsverkeer levert die snelheid zelfs amper winst op, omdat verkeerslichten en kruispunten de tijdswinst meteen wegvagen.
Toch blijft ons brein geloven dat sneller rijden helpt. Dat komt omdat we de momenten dat we vlot kunnen doorrijden, sterker onthouden dan de keren dat we weer moeten afremmen. Het resultaat: we nemen onnodige risico’s zonder dat het ons echt vooruit helpt.
Meer kans op agressie
Haast gaat vaak samen met frustratie. Bestuurders die zich opgejaagd voelen, zijn sneller geneigd om te claxonneren, te bumperkleven of boos te worden op andere weggebruikers. Dat agressieve gedrag maakt de situatie niet alleen gevaarlijker, maar zorgt ook voor meer stress. Een vicieuze cirkel dus.
Volgens een studie van de Universiteit van Chicago verhoogt tijdsdruk het risico op verkeersagressie met meer dan 60%. Dat merk je bijvoorbeeld op maandagochtend in de spits, wanneer meer mensen gehaast zijn om op tijd op het werk te komen.
Wat helpt echt?
Het goede nieuws: er zijn wel degelijk manieren om je rijgedrag onder controle te houden, zelfs als je gehaast bent.
- Vertrek vroeger. Klinkt simpel, maar het is de meest efficiënte oplossing. Plan altijd tien minuten extra marge in. Die buffer zorgt voor rust en maakt je minder vatbaar voor stress.
- Accepteer dat je te laat bent. Een paar minuten later aankomen is altijd beter dan een ongeval riskeren. Haast je langzaam, zoals verkeerscoaches het zeggen.
- Gebruik ademhalingstechnieken. Als je merkt dat je hartslag stijgt, adem bewust drie keer diep in en uit. Dat helpt om je stressniveau te verlagen.
- Focus op defensief rijden. Herinner jezelf eraan dat je veilig thuiskomen belangrijker is dan tijd winnen. Houd afstand en laat je niet opjutten door andere bestuurders.
- Vermijd multitasken. Bij haast grijpen veel mensen sneller naar hun gsm om iets door te geven. Dat is net dan extra gevaarlijk.
Kleine aanpassingen maken groot verschil
Uit cijfers van Vias blijkt dat haast een factor is in 1 op de 5 verkeersongevallen. Dat betekent dat heel wat ongevallen vermeden konden worden als bestuurders minder gehaast waren. Door kleine aanpassingen in je gewoontes kan je al veel winnen.
Bijvoorbeeld: wie ’s morgens de wekker tien minuten vroeger zet, voelt zich de hele rit rustiger. En wie onderweg bewust kiest om een file niet te zien als tijdverlies maar als een pauze, ervaart minder frustratie.
Haast is vaak een keuze
De belangrijkste les? Haast is niet altijd een gevolg van omstandigheden, maar vaak ook van hoe we ermee omgaan. Natuurlijk kan je onverwacht in de file staan of vertraging oplopen, maar de manier waarop je reageert, bepaalt of je veilig of gevaarlijk rijdt.
Door je bewust te zijn van de psychologische valkuilen, kan je jezelf trainen om rustiger te blijven. Zo wordt autorijden niet alleen veiliger, maar ook minder vermoeiend.