1 juli 2025 ging de geschiedenisboeken in: nog voor de avond viel, stond het kwik in Ukkel op 35,8 graden. Limburg en de Kempen deden er nog een schep bovenop, met plaatselijk meer dan 37 graden. Een zeldzame temperatuurpiek, al lijkt het er steeds minder op dat we mogen spreken van uitzonderingen.
Geen verrassing voor wie goed keek
Weerman
David Dehenauw kijkt zelden ver vooruit. Maar begin mei liet hij zich toch verleiden tot een seizoensvoorspelling – voorzichtig, dat wel. “Ik heb me begin mei aan die voorspelling gewaagd, zonder garanties, want dat is bij een seizoensvoorspelling gewoon onmogelijk", zegt hij in Het Laatste Nieuws. Intussen weet hij: juni klopte al perfect. “Het was 2 graden warmer dan normaal en er viel 40 millimeter minder neerslag dan gemiddeld.”
Wat volgt is al even opvallend: volgens de huidige modellen mogen we nog een stuk meer zon verwachten. “De eerste week van juli wordt – logisch gezien deze start – warmer dan gemiddeld. Daarna vallen we even terug naar normale temperaturen, maar tegen het einde van de tweede week wordt het weer warmer tot 25 graden", aldus Dehenauw. “En volgens de meest recente berekeningen zouden de twee laatste weken van juli opnieuw een stuk warmer en droger worden dan gemiddeld.”
Klimaatverandering als stille motor
Wat dit soort pieken nog zorgwekkender maakt, is dat ze geen zeldzaam verschijnsel meer zijn. “Warme dagen met meer dan 35 graden zijn geen uitzondering meer", zegt Dehenauw. “In juli 2019 haalden we op veel plaatsen voor het eerst meer dan 40 graden en in augustus 2020 haalden we dagen na elkaar meer dan 35 graden.” Volgens hem is de link met klimaatverandering overduidelijk: “Extremen komen veel vaker voor dan vroeger.”
Die temperatuurpiek op 1 juli? Geen toeval. “Dat het zo heet is geworden, heeft te maken met een hogedrukgebied boven ons land in combinatie met hete lucht die vanuit Frankrijk wordt aangevoerd. We zitten momenteel meer onder een continentale invloed", legt hij uit.
Augustus? De eerste signalen zijn duidelijk
Zelfs over augustus wil Dehenauw, die bekendstaat om zijn voorzichtigheid, iets kwijt: “Begin augustus ziet er ook erg goed uit, maar verder dan dat wil ik nog niet kijken.”
Dat hij zich nu al zo stellig uitspreekt over de komende weken, is opmerkelijk. “Je zal me niet snel dit soort seizoensvoorspellingen zien maken", zegt hij. “Als wetenschapper ben ik voorzichtig en objectief. Maar het gebeurt niet zo vaak dat de signalen zo duidelijk zijn als nu.”
Dehenauw verwijst naar oceaanstromingen en bodemvocht, maar vooral ook naar de opvallend warme zeewatertemperatuur in mei: “De temperatuur van het zeewater ten westen van de Britse Eilanden was toen 5 tot 6 graden warmer dan normaal. Gewoonlijk bevordert dit een lagedrukgebied, wat ook impliceert dat je dan een hogedrukgebied boven West-Europa krijgt.”
Foto: VTM