We denken er liever niet te veel over na, maar inbrekers gaan zelden zomaar te werk. Vooraleer ze toeslaan, observeren ze vaak dagenlang een woning én haar bewoners. En dat gebeurt zelden met bivakmuts en koevoet: het zijn net de subtiele dingen die hen verraden. In België worden elk jaar tienduizenden woninginbraken geregistreerd. De kans dat iemand jouw woning in het vizier neemt, is dus niet ondenkbaar. Maar wat zijn de signalen die daarop kunnen wijzen?
De meeste inbraken gebeuren niet op goed geluk. Inbrekers willen zeker zijn dat niemand thuis is, dat de toegang vlot verloopt én dat er iets te rapen valt. Daarom houden ze je vaak langere tijd in de gaten. Ze noteren wanneer je naar het werk vertrekt, wanneer de kinderen thuiskomen, of er licht brandt ’s avonds en zelfs welke auto je rijdt.
Soms gebeurt dit op een afstand, maar vaak ook pal voor je neus. Een ogenschijnlijk toevallige jogger, een hondenuitlater die telkens dezelfde route passeert of iemand die zogezegd folders bedeelt – allemaal kunnen ze gebruikt worden om informatie te verzamelen. Net die normaliteit maakt het verraderlijk.
Op deze signalen moet je zeker letten
Sommige gedragingen of objecten lijken onschuldig, maar kunnen net wijzen op een geplande inbraak:
- Gekke tekens aan de voordeur of brievenbus
Kleine krijttekeningen, stickertjes, steentjes op een specifieke plaats of takjes tegen de gevel kunnen een code zijn tussen inbrekers. Ze gebruiken die om de ‘status’ van je huis aan te geven: bewoond, alleenstaande vrouw, hond aanwezig, makkelijke toegang... Merk je iets vreemd op? Haal het meteen weg.
- Een onbekende die herhaaldelijk passeert
Iemand die steeds aan hetzelfde tempo voorbij je huis wandelt, fietst of jogt en opvallend vaak in je richting kijkt, verdient extra aandacht. Zeker als die persoon niets lijkt te zoeken of ook op onlogische tijdstippen passeert.
- Afrekeningen zonder afzender of vreemde vragen aan de deur
Sommige inbrekers bellen letterlijk aan om te checken of je thuis bent. Als je antwoordt, verzinnen ze iets vaags (‘ik zoek nummer 14’ of ‘ik ben van de watermaatschappij’) en vertrekken weer. Soms bellen ze zelfs aan als je net niet thuis bent, om te testen of er beweging is in huis.
- Plots telefoontjes of belsignalen zonder dat er iemand is
Word je regelmatig opgebeld zonder antwoord of belt er iemand aan maar zie je niemand als je kijkt? Ook dat kan een manier zijn om te checken of je thuis bent.
Tips om verkenning te stoppen vóór het begint
De beste bescherming tegen een inbraak is nog steeds: zichtbaar aanwezig zijn, zelfs als je er niet bent. Dat betekent niet dat je thuis moet blijven, maar wel dat je een paar slimme maatregelen neemt:
- Laat lampen op tijdklokken branden als je weg bent.
- Installeer een videodeurbel of bewegingscamera, liefst zichtbaar.
- Zorg dat de brievenbus niet uitpuilt en het gras gemaaid blijft.
- Vraag je buren om een oogje in het zeil te houden als je op vakantie bent.
Twijfel je over iets verdachts in je straat? Neem dan contact op met de politie. Zij kijken liever één keer te veel dan te weinig.
De kunst van het onzichtbare risico
Een inbraak begint zelden met glasgerinkel. Het begint vaak weken eerder, met een blik, een markering of een onopvallend gesprek aan je deur. Door die vroege signalen te herkennen, heb je als bewoner meer controle dan je denkt. Waakzaam zijn is geen paranoia – het is gezond verstand.