Vanaf 2026 verandert de manier waarop lonen in België worden geïndexeerd. De federale regering werkt aan de invoering van de zogenoemde ‘centenindex’, een systeem dat vooral voelbaar zal zijn voor hogere lonen. Hoewel de wet nog niet definitief is, liggen de grote lijnen vast.
Lonen tot 4.000 euro bruto per maand blijven volledig geïndexeerd. Voor alles boven die grens verdwijnt de klassieke procentuele stijging. In plaats daarvan komt er een beperkte, vaste verhoging in centen. Zo wil de regering de indexkosten onder controle houden zonder lagere inkomens te raken.
De maatregel zal niet ingaan op 1 januari 2026. Werknemers die normaal op Nieuwjaar geïndexeerd worden, krijgen dus nog een volledige aanpassing aan de levensduurte. De bedoeling is dat de ‘centenindex’ pas vanaf het voorjaar van kracht wordt, vermoedelijk rond april, en pas écht zichtbaar wordt op loonbriefjes in 2027.
Voor de grens van 4.000 euro kijkt men enkel naar het basisloon. Extralegale voordelen zoals maaltijdcheques, een bedrijfswagen, vakantiegeld of een dertiende maand blijven buiten beschouwing. Structurele premies, bijvoorbeeld voor nacht- of weekendwerk, tellen wel mee als ze een vast onderdeel van het loon vormen.
En deeltijds werk?
Wie deeltijds werkt, krijgt een proportionele grens. Een halftijdse werknemer voelt de ‘centenindex’ dus al vanaf 2.000 euro bruto.
Voor ongeveer de helft van de werkenden verandert er niets: het mediaanloon in België ligt onder de grens. Voor hogere lonen betekent dit systeem vooral één ding: de index blijft bestaan, maar voelt minder gul dan voorheen.