Een kleurrijke tuin vol bloemen oogt niet alleen mooi, het maakt ook een groot verschil voor de natuur. Uit recent onderzoek van Europese universiteiten blijkt dat tuinen met veel verschillende bloeiende planten tot 50% meer bijen en vlinders aantrekken dan tuinen met voornamelijk gras en struiken. En dat heeft voordelen die je als tuinier meteen merkt.
Waarom bloemen zo’n verschil maken
Bijen, hommels en vlinders zijn cruciaal voor de bestuiving van planten. Hoe meer ze in je tuin aanwezig zijn, hoe beter groenten, fruit en kruiden groeien. Volgens de onderzoekers zorgt de aanwezigheid van bijen niet alleen voor een hogere opbrengst in moestuinen, maar ook voor sterkere, gezondere planten in siertuinen.
Bloemen leveren nectar en stuifmeel in verschillende periodes van het jaar. Wie slim kiest voor soorten die om beurt bloeien, zoals krokussen in het vroege voorjaar, lavendel in de zomer en asters in de herfst, kan bijen bijna het hele jaar door voeden.
Grasmat versus bloemenperk
Het onderzoek vergeleek tuinen met een klassieke grasmat met tuinen waar minstens vijf verschillende bloeiende soorten aanwezig waren. De resultaten waren opvallend: in de bloemenrijke tuinen telden onderzoekers tot dubbel zoveel bestuivers. Vooral wilde bijen bleken veel vaker voor te komen.
Dat betekent dat de populaire trend van strak gemaaide gazons eigenlijk nadelig is voor biodiversiteit. Door een stukje van je tuin in te zaaien met bloemenmengsels of enkele vaste bloeiers te planten, maak je al een groot verschil.
Goed voor de planeet én je portemonnee
Meer bijen betekent betere bestuiving. In de praktijk vertaalt zich dat in meer appels aan je boom, meer courgettes in de moestuin en sterkere bloemen in de border. Het is dus niet enkel goed voor de natuur, maar ook voor je eigen opbrengst.
Daarnaast zijn bloemenmengsels vaak goedkoper dan kunstmest of bestrijdingsmiddelen. Planten die goed bestoven worden, hebben minder last van ziekten en plagen. Het is een natuurlijke manier om je tuin gezond te houden.
Hoe kan je zelf bijdragen?
De onderzoekers raden aan om minstens drie zones in je tuin in te richten met bloeiende planten. Dat kan een klassiek bloemenperk zijn, maar ook een hoekje met wilde bloemen of zelfs bloeiende kruiden in potten op het terras. Kies bij voorkeur voor inheemse soorten, omdat die beter aansluiten bij de noden van lokale bijen en vlinders.
Ook kleine ingrepen helpen: maai een stukje gras minder vaak, laat uitgebloeide bloemen langer staan of plant klimop tegen een muur. Zelfs een kleine stadstuin kan zo een toevluchtsoord worden voor bestuivers.
Kleine moeite, groot verschil
Het onderzoek toont aan wat veel tuiniers al vermoedden: variatie in je tuin maakt het verschil. Waar een strak gazon vooral leegte biedt, zorgt een bloemenperk voor leven, kleur en geluid. En dat merk je niet alleen in de lucht, maar ook in de mand met groenten of het fruit dat je oogst.