Het beeld dat veel mensen van
Sandrine André hebben, is dat van de zelfverzekerde en stijlvolle Véronique Van den Bossche uit Familie. Maar achter de schermen kende de actrice een periode waarin ze zelf met moeite het hoofd boven water hield.
In een gesprek met Het Laatste Nieuws vertelt André dat ze jarenlang vooral bezig was met zorgen voor anderen. Na het overlijden van haar tante raakten haar oom en zijn dochter in een moeilijke situatie. Tegelijk werden haar ouders ziek, waardoor Sandrine het gevoel had dat zij degene moest zijn die overal oplossingen voor zocht.
“Mensen vroegen soms waarom ik dat allemaal deed. Maar mijn antwoord was altijd: ‘Wie anders?’”, zegt ze. Het zorgen werd een tweede natuur, maar liet onzichtbare sporen na.
Een kantelpunt in 2015
Terwijl vriendinnen net moeder waren geworden en achter de kinderwagen liepen, stond Sandrine vaak achter de rolstoel van haar moeder of haar oom. Ze werkte intussen gewoon door, probeerde zwanger te worden, maar botste op haar eigen grenzen.
Rond 2015 ging het mis. “Ik kreeg een enorme klap. Ik was overwerkt, mijn ademhaling liep in de war, ik kon geen teksten meer onthouden en begon te vrezen dat ik dement werd", vertelt ze.
Durven om hulp vragen
Die angst dwong haar om professionele hulp te zoeken. Het was een beslissing die ze nu ziet als noodzakelijk om terug recht te krabbelen. En er kwam ook een belangrijke levensles uit: “Ik moet milder zijn voor mezelf, minder streng.”