De airfryer is niet meer weg te denken uit onze keukens. We maken er kip in, groenten, croque monsieurs… én natuurlijk frietjes. Alleen: wie eerlijk is, weet dat airfryer-frietjes niet altijd dat ‘frietkot’-gevoel geven.
Soms zijn ze nog te slap, soms krokant aan de buitenkant maar vanbinnen nog hard. Maar er bestaat wél een trucje waardoor je frietjes voortaan altijd mooi goudgeel en knapperig krijgt — en het heeft niets te maken met extra olie of een duur toestel.
Schudden op de juiste momenten
Het verschil zit ‘m niet in meer tijd of een hogere temperatuur, maar in wanneer je schudt en hoe je de temperatuur opbouwt. Frietjes hebben ruimte nodig. Als ze allemaal tegen elkaar liggen, bakken ze niet gelijk en wordt vooral de bovenkant krokant.
Zo werkt het:
- Start op 180°C
Bak de frietjes 8 minuten op 180°C.
Dit is de fase waarin ze vanbinnen garen en zacht worden.
- Halverwege schudden
Haal daarna het mandje eruit en schud de frietjes goed los.
Dit zorgt ervoor dat de hete lucht straks langs alle frietjes kan circuleren.
- Crunch-fase op het einde
Zet de temperatuur nu hoger: 200–205°C en laat ze nog 4 à 6 minuten bakken.
- Laatste schudbeurt is de sleutel
Schud nog één keer tijdens de laatste 2 minuten.
Dit bepaalt écht of je frietjes krokant worden of niet.
Waarom werkt dit zo goed?
De eerste bakfase zorgt voor een zachte kern, terwijl de tweede, hetere fase het buitenste laagje krokant maakt. Door te schudden krijgen alle frietjes die kans — niet alleen de bovenste laag.
Het resultaat? Goudgele, krokante frietjes met een zachte binnenkant.
Geen slappe hap meer. Geen teleurstelling na 15 minuten wachten.
Klinkt simpel?
Dat is het ook — maar eens je het weet, wil je nooit meer anders.