De wettelijke pensioenleeftijd ging begin dit jaar omhoog, maar toch trekken Belgen zich opvallend vroeger terug uit het arbeidsleven. Uit cijfers van Partena Professional blijkt dat de gemiddelde effectieve pensioenleeftijd in het eerste kwartaal van 2025 met zes maanden is gedaald. Terwijl dat vorig jaar nog 64 jaar en 5 maanden was, stoppen mensen nu gemiddeld op 63 jaar en 11 maanden.
Die daling komt op een opmerkelijk moment. In februari ging de wettelijke pensioenleeftijd immers van 65 naar 66 jaar, met een volgende verhoging naar 67 gepland in 2030. Toch lijkt dat de Belg niet tegen te houden om het werkleven vroeger vaarwel te zeggen.
Volgens Yves Stox van Partena is er meer aan de hand. “De publieke onrust rond de pensioendossiers en de verhitte discussies over hervormingen hebben wellicht een impact gehad. Mensen zijn zich bewuster geworden van hun mogelijkheden en wilden geen risico nemen. Sommigen zijn misschien sneller vertrokken uit onzekerheid over wat nog komen zou", zei hij in Trends.
Onrust over pensioenbeleid
De timing is opvallend. De afgelopen maanden lag het pensioenbeleid zwaar onder vuur. Zo klaagde het ABVV recent nog aan dat tienduizenden pensioendossiers geblokkeerd zijn omdat cruciale regelgeving ontbreekt. Ook in peilingen blijkt dat het vertrouwen in het pensioenstelsel tanende is. Steeds meer Belgen vrezen dat hun
pensioen later of lager zal uitvallen.
In die context lijkt de keuze van veel werknemers om versneld de deur achter zich dicht te trekken, vooral ingegeven door een gevoel van onzekerheid. Niet omdat ze niet langer willen werken, maar omdat ze vrezen dat wachten nadelig kan uitpakken. De stijging van de wettelijke leeftijd betekent immers niet dat iedereen daar ook effectief op werkt tot die leeftijd.