Aan een kruispunt, op een rotonde of bij het wisselen van rijstrook: volgens de wegcode moet elke bestuurder zijn richtingaanwijzer gebruiken bij een zijwaartse beweging. Toch blijkt dat 42 procent van de Belgen toegeeft dat ze dat soms niet doen. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van de Foundation Vinci Autoroutes, gedeeld door verkeersinstituut Vias.
‘Ze zien toch wel dat ik afsla’
Het onderzoek bevraagt bestuurders in elf Europese landen over hun rijgedrag. In België zegt bijna de helft van de ondervraagden dat ze de richtingaanwijzer achterwege laten omdat het “in die situatie niet nodig” is. Nog eens één op de vijf denkt dat andere weggebruikers toch wel zien dat ze afslaan.
Opvallend: twee derde van diezelfde bestuurders noemt het níét gebruiken van richtingaanwijzers in de bebouwde kom net het meest irritante gedrag bij andere chauffeurs. “Veel mensen beseffen niet dat dit niet alleen storend, maar ook ronduit gevaarlijk is", benadrukt Vias.
Geen voorrang door knipperlicht
Volgens Vias bestaan er nog altijd misverstanden over de regels. “Sommigen denken dat ze automatisch voorrang krijgen zodra het knipperlicht aanstaat, maar dat klopt niet. De bestuurder die een manoeuvre wil doen, moet altijd voorrang verlenen als dat nodig is.” Dat geldt ook bij het invoegen op de snelweg of het verlaten van een rotonde.
Belgische motivatie: boete vermijden
Op de vraag waarom mensen zich aan de wegcode houden, scoort België opvallend hoog op één specifiek antwoord: “om boetes te vermijden”. Maar liefst 21 procent geeft dat aan als voornaamste reden – het hoogste percentage van alle deelnemende landen. Wie zonder richtingaanwijzer afslaat, riskeert in België een boete van 58 euro.
Ook op snelwegen een probleem
Niet alleen in steden, maar ook op snelwegen blijft het signaal vaak uit. Een observatiestudie van Touring toonde eerder aan dat bijna vier op de tien automobilisten hun richtingaanwijzer niet gebruiken bij het invoegen of verlaten van een snelweg. Op rotondes is het probleem even groot, terwijl het gebruik daar al sinds 2004 verplicht is.
Volgens Touring ondermijnt onduidelijk rijgedrag de verkeersveiligheid direct. Andere bestuurders kunnen manoeuvres niet voorspellen, waardoor de kans op plotse remacties en aanrijdingen stijgt.
Europese middenmoot
Met 42 procent zit België ongeveer op het Europese gemiddelde voor dit soort gedrag. Toch waarschuwen experten dat we niet mogen berusten. “Het gebruik van richtingaanwijzers is geen formaliteit", zegt Vias. “Het is een eenvoudige handeling die de kans op ongelukken drastisch vermindert.”
Meer bewustzijn nodig
Zowel Vias als Touring pleiten voor meer bewustzijnscampagnes. De focus moet volgens hen verschuiven van ‘boete vermijden’ naar ‘veilig rijden’. Wie zijn richting aangeeft, geeft andere weggebruikers tijd om te reageren – of dat nu een automobilist, fietser of voetganger is.
Voorlopig is het advies simpel: gebruik altijd je richtingaanwijzers, ook als je denkt dat het overbodig is. Het kost niets, het spaart je 58 euro én het kan ongelukken voorkomen.
Bronnen: Vias, Foundation Vinci Autoroutes, Touring, The Brussels Times, The Bulletin