De discussie over het federale begrotingstekort verschuift steeds vaker naar de gezondheidszorg. Waar kan de overheid besparen en waar moet de patiënt meer bijdragen? Een voorstel dat op tafel ligt: het verhogen van het remgeld, de persoonlijke bijdrage die je betaalt bij een doktersbezoek of medicatie. Maar dat plan zorgt voor verdeeldheid.
Wat is remgeld precies?
Remgeld is het deel dat de patiënt zelf betaalt na terugbetaling door de ziekteverzekering. Voor een standaardbezoek aan de huisarts ligt dat bedrag vandaag vaak rond de vier euro, afhankelijk van de terugbetaling en eventuele tegemoetkomingen. Voor wie recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming – kwetsbare gezinnen of mensen met een chronische ziekte – is het bedrag nog lager.
Het systeem is bedoeld om patiënten bewust te houden van de kostprijs van zorg, maar tegelijk de financiële drempel laag te houden.
Mutualiteit verzet zich
De Christelijke Mutualiteit (CM) waarschuwt dat een verhoging van het remgeld vooral de zwaksten treft. Voorzitter Luc Van Gorp noemt het in Radio 1-programma De Ochtend een “verdoken belasting op kap van de meest kwetsbaren”. Volgens hem is het onbegrijpelijk dat, wanneer miljarden nodig zijn voor de begroting, men eerst kijkt naar zieke mensen.
CM pleit in plaats daarvan voor hervormingen binnen de gezondheidszorg. Onnodige medicatie en overbodige onderzoeken zouden volgens de mutualiteit beter worden aangepakt. Dat zou op termijn meer opleveren dan hogere bijdragen bij de patiënt.
Politieke verdeeldheid
Binnen de regering en oppositie lopen de standpunten uiteen. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) suggereerde eerder al een verhoging van het remgeld bij medicatie. Partijvoorzitter Conner Rousseau nuanceerde dat voorstel later door te stellen dat doktersbezoeken betaalbaar moeten blijven.
Aan de andere kant pleit N-VA, via Kamerlid en apotheker Kathleen Depoorter, wél voor een verhoging. Zij noemt het “absurd” dat een doktersbezoek soms goedkoper is dan een koffie op café. Volgens haar kan een billijke bijdrage overconsumptie tegengaan.
Wat zeggen de cijfers?
In België kostte een huisartsenbezoek in 2013 gemiddeld €24, waarvan de patiënt zo’n €6 zelf betaalde. Tien jaar later ligt de officiële raadplegingsprijs rond de €28, maar het remgeld bleef laag – vaak slechts €4. Door de indexatie en de algemene stijging van de gezondheidsuitgaven is het verschil tussen kostprijs en persoonlijke bijdrage groter geworden.
Het Riziv, dat de ziekteverzekering beheert, zag de totale uitgaven in 2023 oplopen tot ruim €34 miljard, een stijging van bijna 15 procent in vijf jaar. Met een vergrijzende bevolking en steeds duurdere behandelingen dreigen die kosten verder te stijgen.
Worden de kwetsbaren getroffen?
Voorstanders van een verhoging wijzen erop dat er al beschermingsmechanismen bestaan. De maximumfactuur legt een plafond op de jaarlijkse medische kosten, zodat gezinnen met een laag inkomen nooit boven dat bedrag uitkomen. Ook de verhoogde tegemoetkoming houdt de kostprijs voor de meest kwetsbaren beperkt.
Toch maken tegenstanders zich zorgen. Gezinnen net boven de inkomensgrens – de zogenaamde working poor – hebben vaak niet recht op die voordelen en voelen elke stijging harder in hun portefeuille.
Alternatieven voor besparen
Gezondheidseconomen wijzen erop dat er andere manieren zijn om het systeem betaalbaar te houden. Zo zou het strenger terugbetalen van nieuwe dure geneesmiddelen een optie zijn, of het invoeren van betere richtlijnen voor artsen om onnodige onderzoeken te vermijden.
Daarnaast komt preventie vaak te weinig aan bod. Investeringen in rookstopprogramma’s, gezonde voeding en beweging zouden op termijn niet alleen de volksgezondheid verbeteren, maar ook de kosten drukken.
Een gevoelige kwestie
De discussie raakt aan de kern van het Belgische model: kwaliteitsvolle zorg voor iedereen, ongeacht inkomen. Voor veel mensen is het vooruitzicht dat een doktersbezoek duurder kan worden een gevoelige kwestie. Terwijl de overheid zoekt naar miljarden om de begroting op orde te krijgen, wordt duidelijk dat de vraag “wie betaalt de rekening?” steeds scherper gesteld wordt.
Voorlopig is er nog geen beslissing genomen. De onderhandelingen over de begroting lopen deze herfst verder, en dan zal blijken of het remgeld effectief verhoogd wordt of dat andere pistes de voorkeur krijgen.