De opmars van elektrische auto’s lijkt niet te stoppen. Steeds meer bestuurders maken de overstap, aangetrokken door lage verbruikskosten en milieuvriendelijkheid. Maar wie in de winter voor het eerst elektrisch rijdt, merkt al snel iets opvallends: de batterij loopt sneller leeg. De afstand die je in de zomer moeiteloos haalde, lijkt plots flink te krimpen. Wat gebeurt er precies, en waarom is dat verlies soms groter dan je denkt?
Koude als vijand van efficiëntie
De oorzaak ligt in de fysica van batterijen. Elektrische wagens rijden op lithium-ionbatterijen, en die zijn gevoelig voor temperatuur. Bij kou daalt de chemische activiteit in de batterijcellen, waardoor ze minder energie kunnen vrijgeven. Simpel gezegd: de stroom vloeit trager, en de auto verbruikt meer om dezelfde prestaties te leveren.
Bij temperaturen rond het vriespunt kan de actieradius tot 30% lager liggen dan in de zomer. Rijd je normaal 400 kilometer op een volle batterij, dan blijft daar in de winter vaak maar 280 kilometer van over.
Verwarming: de grootste energieverslinder
Een elektrische motor produceert nauwelijks restwarmte. Waar een klassieke benzinewagen zijn interieur verwarmt met de warmte van de motor, moet een elektrische wagen zelf energie gebruiken om de cabine op temperatuur te brengen.
Stoelverwarming, ruitontdooiing en ventilatie vragen allemaal elektriciteit rechtstreeks uit de batterij. Zeker bij korte ritten weegt dat zwaar door. Een studie van ADAC toonde dat verwarming en airco in de winter verantwoordelijk kunnen zijn voor meer dan een kwart van het totale verbruik.
Het gevolg: je batterij daalt sneller, zelfs al rijd je niet veel kilometers.
Korte ritten zijn het lastigst
Wie dagelijks korte afstanden rijdt, merkt het effect nog meer. Bij elke rit moet de auto zijn batterij en interieur opnieuw opwarmen, wat extra energie kost. De batterij bereikt zelden haar ideale bedrijfstemperatuur, waardoor ze minder efficiënt werkt.
Een expert in e-mobiliteit legt uit: “Elektrische wagens presteren het best wanneer ze warm zijn. Net zoals mensen functioneren ze trager in de kou. Het is niet gevaarlijk, maar wel merkbaar.”
Hoe fabrikanten dat proberen op te lossen
Autofabrikanten investeren veel in oplossingen om het energieverlies te beperken. Moderne modellen beschikken over warmtepompen die efficiënter verwarmen dan klassieke systemen. Sommige wagens gebruiken restwarmte uit de batterij of motorcomponenten om het interieur te verwarmen.
Daarnaast kan je via een app de wagen voorverwarmen terwijl hij nog aan de laadpaal hangt. Zo gebruikt de auto netstroom in plaats van batterijcapaciteit, en vertrek je met een warme wagen én volle batterij.
Kleine gewoontes die veel verschil maken
Met een paar slimme gewoontes kan je het verbruik in de winter flink beperken:
- Laad altijd binnenshuis of direct na het rijden. Dan is de batterij nog warm en laadt ze efficiënter op.
- Gebruik stoel- en stuurverwarming in plaats van luchtverwarming. Dat vraagt minder energie.
- Rijd rustiger. Snelle acceleraties verbruiken meer bij koude batterijen.
- Plan je laadmomenten. Vertrek vlak na het laden, dan is de batterij op ideale temperatuur.
- Zet de eco-stand aan. Zo past de auto automatisch het energieverbruik aan.
Wie die gewoontes toepast, ziet vaak dat het verbruik met 10 à 15% daalt.
Niet alleen negatief
Het hogere verbruik in de winter betekent niet dat elektrische wagens onpraktisch worden. Het vraagt vooral een andere manier van denken. In plaats van “tanken en rijden” leer je vooruit plannen: je ritten inschatten, laadmomenten voorzien en je wagen slim op temperatuur houden.
Bovendien dalen de temperatuureffecten elk jaar dankzij verbeterde batterijtechnologie. De nieuwste modellen verliezen in koude omstandigheden soms nog maar 10 à 15% van hun actieradius.
Voor wie dus slim met zijn energie omgaat, blijft elektrisch rijden zelfs in de winter goedkoper dan een brandstofwagen — alleen net iets minder zuinig dan je gewend bent.