Nieuwe auto of tweedehands? Een nieuwe kan veel goedkoper zijn

17 sep , 21:00Verkeer
iStock-2190241697
Veel Belgen denken automatisch dat een tweedehandswagen goedkoper is dan een gloednieuwe. Toch klopt dat niet altijd. Wie alle kosten meerekent – van brandstofverbruik tot onderhoud en verzekering – komt vaak tot de conclusie dat een nieuwe auto op lange termijn zelfs voordeliger kan zijn.

Lagere onderhoudskosten in de eerste jaren

Een nieuwe auto komt meestal met fabrieksgarantie, vaak drie tot vijf jaar. In die periode zijn grote kosten voor motor, elektronica of transmissie volledig gedekt. Bij tweedehandswagens valt die garantie vaak (gedeeltelijk) weg en komen herstellingen sneller voor eigen rekening.
Ook slijtageonderdelen zoals remmen, koppeling of uitlaat zijn bij een nieuwe wagen nog in topconditie. Daardoor betaal je de eerste jaren nauwelijks voor onverwachte kosten, terwijl dat bij een oudere tweedehands sneller kan oplopen tot honderden euro’s per jaar.

Efficiënter brandstofverbruik

Nieuwe wagens zijn uitgerust met modernere motoren die minder verbruiken en schoner rijden. Een verschil van slechts 1 liter per 100 kilometer lijkt klein, maar over 20.000 kilometer per jaar scheelt dat al gauw €350 tot €400 aan brandstof. Zeker nu benzine- en dieselprijzen hoog staan, kan dit voordeel flink doorwegen.
Elektrische en hybride modellen zijn nog sterker in opmars. Hoewel de aankoopprijs hoger ligt, dalen de verbruikskosten drastisch: laden is vaak goedkoper dan tanken en ook onderhoud is beperkter.

Lagere verzekeringspremie en belastingen

Verzekeraars geven vaak korting voor nieuwe wagens omdat ze minder risico lopen op technische mankementen en omdat rijhulpsystemen (zoals automatische remassistentie of rijstrookwaarschuwing) het aantal ongevallen beperken.
Daarnaast vallen de jaarlijkse verkeersbelasting en BIV (Belasting op Inverkeerstelling) vaak lager uit bij nieuwere modellen dankzij lagere CO₂-uitstoot. Bij oudere tweedehandswagens is dat net omgekeerd.

De verborgen kost van afschrijving

Natuurlijk is het zo dat een nieuwe wagen zijn waarde sneller verliest in de eerste jaren. Maar dat nadeel wordt soms overschat. Bij populaire modellen is de restwaarde na vijf jaar verrassend hoog. Een tweedehandswagen met al veel kilometers verliest net sneller zijn waarde, waardoor je investering relatief minder oplevert als je later weer verkoopt.

Voorbeeld in cijfers

Stel dat je een nieuwe wagen koopt van €22.000 met een garantie van vijf jaar en een gemiddeld verbruik van 5 liter per 100 km. Na vijf jaar heb je beperkte onderhoudskosten, minder brandstofuitgaven en een restwaarde van pakweg €10.000.
Koop je voor €15.000 een tweedehandswagen van vijf jaar oud met een hoger verbruik van 6,5 liter en grotere kans op dure herstellingen, dan spaar je op papier €7.000 uit bij aankoop. Maar tel je de hogere brandstofkosten, onverwachte reparaties en de lagere restwaarde (bv. €4.000 na vijf jaar) mee, dan kom je soms zelfs duurder uit dan met de nieuwe wagen.

Rust en zekerheid tellen ook mee

Naast de cijfers is er nog een ander voordeel: gemoedsrust. Een nieuwe auto geeft zekerheid. Je kent de volledige onderhoudsgeschiedenis, je hoeft niet te twijfelen aan verborgen schade en je kan rekenen op pechbijstand en garantie.
Bij een tweedehands moet je vaak vertrouwen op het woord van de verkoper of een rapport. Dat zorgt voor meer onzekerheid, en soms onverwachte verrassingen achteraf.

Wanneer tweedehands wél interessant blijft

Uiteraard is een tweedehandswagen niet altijd een slechte keuze. Voor wie minder rijdt of slechts een beperkt budget heeft, kan een jonge tweedehands – bijvoorbeeld een stockwagen of een model van twee jaar oud – een uitstekende deal zijn. Je vermijdt de grootste afschrijving en betaalt toch minder bij aankoop.
Maar wie een wagen intensief gebruikt, vaak lange ritten maakt en zekerheid zoekt, komt met een nieuwe wagen vaak verrassend goed uit.
loading

Loading