An Lemmens (45) keerde terug uit Patagonië als een vrouw die zichzelf opnieuw heeft leren kennen. Niet omdat ze fysiek tot het uiterste moest gaan – dat had ze ingecalculeerd. Het was iets anders. Iets dat niemand had gepland en dat ze onderweg niet meer kon wegduwen: de confrontatie met haar eigen angst om de controle los te laten.
“Ik dacht dat het gewoon een droomreis werd”
Patagonië stond al jarenlang op haar verlanglijstje. Toen ze gevraagd werd voor het programma, voelde het eerst vooral als een kans die je niet laat liggen. Maar achter de schermen speelde er meer twijfel dan enthousiasme. Het was tenslotte een productie van een andere zender. Pas maanden later kreeg ze groen licht van VTM.
De opluchting was groot. Maar tegelijk begon het te malen.
“Vanaf dat moment sliep ik bijna niet meer,” vertelt ze. “Ik ben iemand die alles graag onder controle houdt. En precies dat is onmogelijk in Patagonië.”
Google werd geen vriend
In de weken voor vertrek wilde An zich voorbereiden. Grondig. Misschien iets te grondig.
Ze tikte zoekwoorden in als: gevaar Patagonië, wat kan er misgaan, overleven tochten Patagonië. “Geen goed idee", geeft ze toe. “Ik zag alleen doemscenario’s. En plots voelde ik iets dat ik bijna nooit voel: pure angst.” Nochtans had ze fysiek weinig om over te twijfelen. Ze trainde maanden intensief met een coach. Ze was klaar voor het klimmen, wandelen en sjouwen.
Maar mentaal? Dat was een ander verhaal.
“In Patagonië beslist het weer voor jou”
Wie de streek kent, weet dat niets daar voorspelbaar is. Zon verandert in sneeuw, wind in stilte, pad in ravijn – soms in één namiddag. Voor iemand die graag weet waar ze aan toe is, is dat geen landschap maar een test.
En die test kwam harder binnen dan verwacht. “Op een bepaald moment kon ik niet meer sturen, maar moest ik leren me over te geven. Dat is iets wat ik thuis nooit deed. Ik moest wel. Er was geen andere keuze.”
En dan, thuis…
Wat vaak gebeurt na zulke ervaringen, is dat mensen denken: straks ga ik alles anders doen – om dan na twee weken weer door te gaan zoals ervoor.
Bij An gebeurde het tegenovergestelde. “Ik kwam terug en merkte: ik ben niet meer dezelfde. Ik ben rustiger geworden. Zachter. Minder bezig met controle. Ik had geen keuze. Het moest anders.”