De federale regering heeft na een marathonvergadering van bijna twintig uur eindelijk een begrotingsakkoord voor 2025 bereikt. Maandagochtend bevestigden
Bart De Wever en de vicepremiers dat alle grote knopen zijn doorgehakt. Het akkoord moet de overheidsfinanciën stabiliseren, maar tegelijk vermijden dat gezinnen opnieuw zwaar worden belast.
Wat meteen opvalt, is dat er geen algemene btw-verhoging komt. Dat was even gevreesd, maar de regering kiest ervoor om die piste volledig te schrappen. Voor gezinnen is dat goed nieuws: dagelijkse boodschappen, diensten en basisproducten worden volgend jaar dus niet duurder door hogere btw-tarieven.
Daarnaast wordt een extra werkbonus ingevoerd voor de laagste inkomens. Wie werkt maar weinig verdient, zal meer nettoloon overhouden. De regering wil zo het verschil tussen een uitkering en een loon opnieuw duidelijker maken en werken financieel aantrekkelijker houden. Volgens de onderhandelende partijen is dat essentieel om meer mensen richting de arbeidsmarkt te krijgen.
Ook op het vlak van lonen is er een opvallende ingreep. De automatische indexering blijft behouden, maar voor de hogere inkomens – vanaf ongeveer 4.000 euro bruto – zal die index trager of minder sterk worden toegepast. Op die manier probeert de regering de budgettaire druk te verlichten zonder de koopkracht van de zwakste huishoudens te raken.
Tegelijk wordt er stevig bespaard. Het akkoord bevat meer dan negen miljard euro aan maatregelen om het begrotingstekort af te remmen. Over de exacte verdeling van die besparingen volgt later meer detail, maar de boodschap van de regering is duidelijk: het land moet uit de rode cijfers geraken, en dat kan alleen door keuzes te maken die niet altijd populair zijn.
Premier De Wever benadrukte na afloop dat het akkoord volgens hem “solidair maar realistisch” is. Hij wijst erop dat hogere inkomens een iets grotere bijdrage leveren en lagere inkomens extra steun krijgen, terwijl gezinnen niet worden geconfronteerd met plots hogere btw op dagelijkse producten. “Er is zeker barmhartigheid geweest”, klonk het na afloop.
De reacties blijven gemengd. Tegenstanders vrezen dat de besparingen hun effect zullen voelen in diensten zoals zorg of administratieve ondersteuning. Ook de vraag of de werkbonus voldoende hoog is om écht verschil te maken, wordt kritisch bekeken. Toch is er opluchting dat de politieke impasse eindelijk doorbroken is.