Wie ’s nachts de baan op moet, merkt het meteen: de koplampen van tegenliggers lijken almaar feller te worden. Steeds meer bestuurders klagen over verblinding en ongemak, en nieuwe Britse metingen tonen nu aan dat het probleem veel groter is dan gedacht.
Uit het onderzoek blijkt dat bijna iedereen ermee te maken krijgt. Liefst 96 procent van de 1.850 ondervraagde automobilisten vindt dat moderne koplampen té fel zijn. Meer dan een derde geeft zelfs toe dat ze door de verblinding minder graag of helemaal niet meer ’s nachts rijden. Niet uit overdreven voorzichtigheid, maar omdat de balans zoek is geraakt: jouw veiligheid dankzij beter zicht tegenover de veiligheid van wie jouw licht moet verdragen.
De onderzoekers benadrukken dat het geen gevoel of overdrijving is. Door veroudering van de ogen of bestaande oogproblemen wordt het effect nog sterker, maar ook objectieve metingen tonen aan dat moderne led-koplampen werkelijk feller zijn dan oudere halogeenlampen.
Pieken ver boven de norm
In een nachtelijke testrit met speciale meetapparatuur werd de werkelijke lichtsterkte van voertuigen getest. Daarbij werden pieken gemeten tot 63.566 cd/m², terwijl de tolerantiegrens op 40.000 cd/m² ligt. Die grens werd “vaak overschreden”, vooral in situaties die iedereen kent: hellingen, bochten, kruisingen met SUV’s of natte wegen die het licht nog eens extra weerkaatsen.
Volgens het Transport Research Laboratory verklaren de koplampen zelf bijna een kwart van het probleem. Het type voertuig speelt nog eens voor 20 procent mee.
Tot een minuut blind rijden
In het Britse parlement werd het rapport besproken en de conclusies liegen er niet om. Led-verlichting kan tot tien keer feller zijn dan halogeenlicht. De verblinding veroorzaakt een herstelperiode van 30 tot 60 seconden waarin bestuurders “feitelijk blind” zijn, waarschuwt parlementslid Martin Wrigley.
Regulering is volgens hem dringend nodig: strengere normen rond helderheid, kleur, hoogte en hoek van de koplampen. Maar dat kan alleen op Europees niveau.