Een lening kan een oplossing zijn om een huis, wagen of grote aankoop te financieren. Maar wie enkel naar de rentevoet kijkt, komt vaak bedrogen uit. Achter het ogenschijnlijk lage maandbedrag schuilen kosten die op lange termijn stevig doorwegen. Wie de valkuilen kent, kan zichzelf duizenden euro’s besparen.
Niet alleen de rente telt
Banken en kredietverstrekkers adverteren vaak met een scherpe rente. Dat cijfer trekt meteen de aandacht, maar het vertelt lang niet het hele verhaal. Het echte kostenplaatje wordt pas duidelijk wanneer je de JKP of Jaarlijkse KostenPercentage bekijkt. Dat omvat niet enkel de rente, maar ook dossierkosten, verplichte verzekeringen en andere extra’s.
Een klein verschil lijkt misschien verwaarloosbaar, maar op een lening van 200.000 euro kan een halve procent meer je al snel tienduizenden euro’s extra kosten over de volledige looptijd.
Dossierkosten en administratieve bijdragen
Bij het afsluiten van een lening betaal je vaak dossierkosten. Dit zijn administratieve kosten voor het verwerken van je kredietaanvraag. Afhankelijk van de bank kunnen die variëren van 200 tot 500 euro. Ook bij herfinancieringen komen die opnieuw kijken, waardoor veel mensen onbewust dubbel betalen.
Sommige kredietgevers rekenen bovendien nog eens jaarlijkse beheerskosten aan, een verborgen post die zelden in de reclame vermeld wordt.
Verplichte verzekeringen
Veel banken koppelen een lening aan bijkomende producten, zoals een schuldsaldoverzekering of brandverzekering. Op zich zijn die zinvol, maar vaak betaal je meer omdat je ze verplicht moet afsluiten bij dezelfde bank. Vergelijk je dezelfde verzekering bij een onafhankelijke maatschappij, dan kan je tot honderden euro’s per jaar goedkoper uitkomen.
Voor de bank zijn deze gekoppelde producten een manier om je rentevoet kunstmatig lager te laten lijken. Je betaalt het verschil terug via de premies.
Hypotheekkosten en notariskosten
Bij woonleningen komen daar nog notariskosten en hypotheekkosten bovenop. Die bedragen makkelijk 10 tot 15 procent van de totale som. Hoewel dit geen verborgen kost is – je krijgt er meestal een raming van – onderschatten veel gezinnen de impact. Vooral bij herfinancieringen wordt vergeten dat er opnieuw notariskosten of inschrijvingsrechten kunnen spelen.
Variabele rente: een risico voor later
Leningen met variabele rente lijken aantrekkelijk omdat de startvoet lager ligt. Maar zodra de rente stijgt, kan je maandlast fors toenemen. Banken zijn verplicht om maxima aan te geven, maar weinig klanten beseffen dat hun maandlasten na tien jaar makkelijk honderden euro’s hoger kunnen liggen.
Wie zekerheid wil, kiest daarom beter voor een vaste rente. Al is die op korte termijn iets duurder, je weet tenminste waar je aan toe bent.
Vroegtijdig terugbetalen is niet gratis
Veel mensen denken dat ze met een onverwachte meevaller hun lening probleemloos sneller kunnen aflossen. In werkelijkheid rekenen banken vaak een wederbeleggingsvergoeding aan. Die kost kan oplopen tot drie maanden intresten, waardoor een vervroegde terugbetaling minder voordelig is dan gehoopt.
Waarop moet je letten?
- Vergelijk JKP, niet enkel de rente. Dit geeft het volledige kostenplaatje.
- Vraag detailoverzichten. Laat je bank zwart op wit tonen welke dossier-, beheers- en verzekeringskosten inbegrepen zijn.
- Check verzekeringen apart. Een schuldsaldo- of brandverzekering bij een onafhankelijke maatschappij is vaak goedkoper.
- Denk aan de lange termijn. Een iets hogere vaste rente kan veiliger zijn dan een variabele formule.
- Hou rekening met extra kosten bij herfinanciering. Notariskosten en administratieve bijdragen komen er vaak opnieuw bij.