Hoe de Vlaamse regering de kosten van zonnepanelen wil verlagen voor gezinnen

11 sep , 18:00Financieel
PHOTONEWS_11162924-011
De discussie over energiesubsidies in Vlaanderen krijgt een nieuw hoofdstuk. Waar de vorige Vlaamse regering onder leiding van N-VA-minister Zuhal Demir er niet in slaagde om de royale steun aan grote zonneparken terug te schroeven, onderneemt haar opvolgster Melissa Depraetere (Vooruit) nu een nieuwe poging. Ze wil een einde maken aan de oversubsidiëring die vooral grote bedrijven ten goede komt. (Het Nieuwsblad)

Het verleden van de groenestroomcertificaten

Om investeringen in hernieuwbare energie te stimuleren, voerde de Vlaamse overheid begin jaren 2000 het systeem van groenestroomcertificaten in. Vooral installaties die vóór 2013 geplaatst werden, konden rekenen op bijzonder gunstige voorwaarden. Bedrijven die destijds fors investeerden in zonneparken, kregen een gegarandeerde subsidie gedurende twintig jaar.
Een van de bekendste voorbeelden is de Antwerpse havenondernemer Fernand Huts, die met zijn bedrijf Katoen Natie massaal investeerde in zonnepanelen. Die beslissing levert zijn groep volgens ingewijden nog steeds jaarlijks tientallen miljoenen aan subsidies op.
Het probleem: die subsidies worden gefinancierd via de energiefactuur van alle Vlamingen. Terwijl gezinnen de voorbije jaren hun facturen fors zagen stijgen, bleven grote installaties op die manier profiteren van steun.

Waarom Demir struikelde

Zuhal Demir wilde het mes zetten in de subsidies en mikte op een besparing van 1,2 miljard euro. Daarmee zou de energiefactuur van gezinnen op termijn lichter kunnen worden. Toch liep haar plan vast in de regering. Vooral Open VLD en CD&V vreesden dat niet alleen grote bedrijven, maar ook kmo’s en middelgrote installaties getroffen zouden worden. Het voorstel verdween uiteindelijk van tafel.
Ondertussen blijft de steun doorlopen tot de contracten aflopen, wat de Vlaamse begroting nog jarenlang zwaar belast.

Depraetere kiest voor een andere aanpak

Sinds de samenstelling van de nieuwe Vlaamse regering, waarin de liberalen geen deel meer uitmaken, probeert huidig minister van Energie Melissa Depraetere het dossier opnieuw op de agenda te krijgen. Haar voorstel verschilt wezenlijk van dat van haar voorganger.
Ze wil de subsidies niet zomaar schrappen, maar laten wegvallen op momenten dat de stroomprijs op de markt onder nul zakt. Dat gebeurt steeds vaker, omdat het aanbod aan zonne- en windenergie in piekuren hoger is dan de vraag. In 2024 waren er al meer dan 400 uren met negatieve prijzen, in 2025 dreigt dat aantal nog te verdubbelen.
Vandaag vallen subsidies pas weg na zes uur negatieve prijzen. Depraetere wil die termijn inkorten tot één uur. Belangrijk: de maatregel geldt enkel voor installaties groter dan 400 kilowattpiek, goed voor ongeveer 1.000 zonnepanelen. Voor kleine installaties van gezinnen verandert er niets.

Financiële impact

De maatregel zou tegen 2029 zo’n 300 miljoen euro opleveren, en tegen 2035 meer dan 350 miljoen. Dat is minder dan de 1,2 miljard die Demir eerder voorzag, maar wel een substantiële besparing die rechtstreeks in de energiefactuur van gezinnen kan doorwerken. Hoe groot die daling precies zal zijn, is nog niet berekend, maar de logica is dat gezinnen minder moeten bijdragen om de subsidies te financieren.
Bovendien creëert de ingreep een stimulans voor bedrijven om hun energie meer zelf te verbruiken in plaats van alles op het net te zetten. Dat kan meehelpen om de markt beter in balans te houden en zo negatieve prijzen te vermijden.

Een bredere trend in Europa

Vlaanderen is niet het eerste land dat maatregelen neemt tegen oversubsidiëring. In Nederland en Duitsland werden vergelijkbare systemen ingevoerd waarbij steunmechanismen automatisch wegvallen bij negatieve stroomprijzen. Het idee is dat subsidies enkel zinvol zijn zolang ze bijdragen aan de energietransitie, niet wanneer ze leiden tot perverse effecten die de markt verstoren.
Door dit voorbeeld te volgen, hoopt Vlaanderen tegelijk juridische procedures te vermijden. Demir liep eerder vast omdat haar plannen te breed en juridisch moeilijk verdedigbaar waren. Depraetere kiest bewust voor een gerichtere aanpak die vooral de allergrootste installaties treft.

Politieke strijd nog niet gestreden

Hoewel de liberalen niet langer mee aan tafel zitten, blijft de maatregel politiek gevoelig. CD&V sprak zich in het verleden fel uit tegen een abrupte afbouw van de steun. Ook binnen N-VA bestaat verdeeldheid: sommigen willen de lijn van Demir doortrekken, anderen vrezen voor de economische impact op grote werkgevers.
Daar komt nog bij dat werkgeversorganisatie Voka eerder duidelijk maakte gekant te zijn tegen het inperken van subsidies, omdat ze volgens hen het investeringsklimaat ondermijnen.

Naar een goedkopere energiefactuur?

Voorlopig is de maatregel nog een voorstel dat de Vlaamse regering moet goedkeuren. Als het plan wordt aangenomen, zullen grote zonneparken en warmtekrachtinstallaties hun subsidies verliezen op momenten van negatieve prijzen. Voor gezinnen en kleine installaties verandert er niets.
Op lange termijn zou dit moeten leiden tot een eerlijker verdeling van de kosten en een iets lagere energiefactuur voor gezinnen. Hoe groot het effect in de praktijk zal zijn, hangt af van de uitvoering én van hoe vaak negatieve prijzen zich de komende jaren zullen voordoen.
Wat wel vaststaat: de discussie over wie de energietransitie betaalt, blijft de Vlaamse politiek de komende jaren domineren.
loading

Loading