Het is een vraag die bijna iedereen zich ooit stelt: hoeveel moet ik eigenlijk opzijzetten om later een comfortabel pensioen te hebben? In Vlaanderen rekenen velen op het wettelijk pensioen, maar wie alleen daarop vertrouwt, merkt al snel dat het bedrag vaak onvoldoende is om dezelfde levensstandaard aan te houden. Een leefbaar pensioen vraagt dus extra spaargeld of beleggingen. Maar hoeveel precies?
Het wettelijk pensioen schiet tekort
Volgens cijfers van de Federale Pensioendienst bedraagt het gemiddelde wettelijke pensioen voor werknemers in België net iets boven de 1.500 euro bruto per maand. Voor zelfstandigen ligt dat vaak nog lager. Reken daar belastingen en sociale bijdragen bij, en je houdt in veel gevallen minder dan 1.300 euro netto over.
Dat bedrag kan volstaan om basisuitgaven te dekken, maar wie een hypotheek wil blijven afbetalen, regelmatig op reis wil gaan of kinderen financieel wil ondersteunen, komt snel geld tekort.
De vuistregel van 70%
Financiële planners hanteren vaak de 70%-regel: wie met pensioen gaat, heeft ongeveer 70% nodig van zijn laatste nettoloon om zijn levensstandaard te behouden. Verdien je vandaag netto 2.500 euro, dan heb je later ongeveer 1.750 euro per maand nodig. Aangezien het wettelijk pensioen meestal lager ligt, moet je het verschil aanvullen met eigen spaargeld of beleggingen.
Hoeveel moet je sparen?
Een eenvoudige berekening maakt het concreet. Stel dat je 20 jaar van je pensioen wil genieten en dat je elke maand 500 euro extra nodig hebt bovenop je wettelijk pensioen. Dan heb je 500 euro x 12 maanden x 20 jaar = 120.000 euro aan spaargeld nodig.
Wil je 1.000 euro extra per maand, dan stijgt dat bedrag tot 240.000 euro. Wie ook rekening houdt met inflatie en stijgende zorgkosten, mikt best nog wat hoger.
Vroeg beginnen loont
Hoe vroeger je begint met sparen of beleggen, hoe makkelijker je je doel bereikt. Door het sneeuwbaleffect van samengestelde interest kan een klein bedrag op lange termijn enorm aangroeien.
- Start je op je 30e met 200 euro per maand te beleggen aan een gemiddeld rendement van 4%, dan heb je op je 65e meer dan 185.000 euro opgebouwd.
- Wacht je tot je 45e om hetzelfde bedrag te sparen, dan hou je op je 65e amper 73.000 euro over.
Het verschil toont hoe belangrijk tijd is.
Welke spaarvormen zijn er?
- Pensioensparen: fiscaal interessant, omdat je een deel van je inleg kan terugkrijgen via belastingvermindering.
- Beleggen in fondsen of ETF’s: biedt op lange termijn vaak een hoger rendement, maar kent meer schommelingen.
- Vastgoed: een appartement of woning verhuren kan een stabiele inkomstenbron zijn, al zijn er ook onderhouds- en renovatiekosten.
- Klassieke spaarrekening: veilig en flexibel, maar de rente ligt vaak lager dan de inflatie.
Een combinatie van verschillende opties geeft doorgaans het beste resultaat.
Wat als je laat begint?
Ook wie pas op latere leeftijd begint te sparen, hoeft niet te wanhopen. In dat geval helpt het om een realistisch doel te stellen. Misschien kan je niet elke maand 1.000 euro extra voorzien, maar 300 euro kan ook al een groot verschil maken. Daarnaast kan je kijken naar alternatieve oplossingen, zoals langer werken of kleinere uitgaven na je pensioen.
Pensioen leefbaar houden is plannen
Een leefbaar pensioen vraagt dus voorbereiding. Het wettelijk pensioen vormt een basis, maar wie dezelfde levensstandaard wil behouden, moet rekenen op extra middelen. Het bedrag dat je nodig hebt, hangt af van je huidige inkomen, je uitgavenpatroon en je verwachtingen voor later.
De belangrijkste truc? Begin zo vroeg mogelijk en wees consequent. Zelfs kleine bedragen, consequent gespaard of belegd, bouwen op lange termijn een buffer op die je later vrijheid en rust geeft.