Voor het eerst in de geschiedenis lijden wereldwijd meer kinderen en jongeren aan obesitas dan aan ondergewicht. Dat blijkt uit een nieuw rapport van Unicef, dat de evolutie in meer dan 190 landen analyseerde. De cijfers zijn zorgwekkend: 1 op de 5 kinderen heeft overgewicht, en 1 op de 10 kampt zelfs met obesitas.
Van hongersnood naar ongezonde overvloed
De resultaten komen uit het rapport Feeding Profit: How Food Environments are Failing Children. Het markeert een opvallende verschuiving. Waar ondervoeding vroeger het grootste probleem was, zien we nu dat vooral rijkere landen worstelen met een golf van overgewicht.
In absolute aantallen gaat het om 188 miljoen schoolgaande kinderen die zwaarlijvig zijn. In 2000 was dat nog 3 procent, vandaag bijna 10 procent. Het aantal kinderen met ondergewicht is in diezelfde periode wél gedaald van 13 naar 9 procent.
Volgens Philippe Henon van Unicef Belgium mag dat niet verkeerd geïnterpreteerd worden: “Ondervoeding blijft een probleem, denk maar aan de hongersnood in Gaza of delen van Afrika. Maar wereldwijd wint obesitas nu terrein.”
Waar is de situatie het ergst?
Opvallend genoeg liggen de hoogste percentages niet in de Verenigde Staten, maar op kleine eilanden in de Stille Zuidzee. In Niue kampt 38 procent van de kinderen met obesitas, in de Cookeilanden 37 procent. Ook Chili (27 procent), de VS (21 procent) en de Verenigde Arabische Emiraten (21 procent) horen bij de koplopers.
In Sub-Saharaans Afrika en Zuid-Azië blijft ondergewicht voorlopig nog meer voorkomen dan obesitas, maar ook daar groeit de invloed van ongezonde voeding.
De rol van ultrabewerkte voeding
De grote boosdoener volgens Unicef? Ultrabewerkte voeding. Daarmee worden producten bedoeld die sterk industrieel zijn bewerkt en vaak bestaan uit suikers, zout, verzadigde vetten en kunstmatige toevoegingen. Denk aan koekjes, chips, frisdrank, fastfood en kant-en-klare maaltijden.
Uit een bevraging bij 64.000 jongeren zegt 75 procent dat ze de afgelopen week reclame voor ongezonde voeding zag. Zes op de tien gaven zelfs toe dat die advertenties hun eetgedrag beïnvloedden. “Kinderen worden letterlijk overspoeld met marketing die gezonde keuzes wegduwt”, stelt Catherine Russell, directeur van Unicef.
Gevolgen voor gezondheid en ontwikkeling
De gevolgen van deze evolutie zijn groot. Overgewicht bij kinderen verhoogt het risico op chronische ziektes zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten en zelfs bepaalde vormen van kanker. Maar ook mentaal weegt het door. Kinderen met obesitas worden vaker geconfronteerd met pestgedrag, schaamte of een negatief zelfbeeld.
Wetenschappers benadrukken bovendien dat de kans groot is dat een kind met obesitas later als volwassene dezelfde gezondheidsproblemen blijft dragen. Het is dus niet enkel een tijdelijk probleem, maar een levenslange bedreiging.
Maatregelen die werken
Unicef pleit voor dringende actie. Concreet gaat het om strengere regels rond marketing van ongezonde voeding, beperkingen op fastfood in scholen en het goedkoper én toegankelijker maken van gezonde alternatieven.
Mexico toont dat ingrijpen kan werken. Daar maakte ultrabewerkte voeding bijna 40 procent van het dieet van kinderen uit. Door fastfood te bannen uit scholen en strengere regels in te voeren, wordt de trend langzaam bijgestuurd.
Ook in Europa gaan stemmen op om gelijkaardige stappen te zetten. Zo pleiten gezondheidsexperts voor een verbod op kindermarketing rond frisdrank en snoep, vergelijkbaar met de campagnes tegen tabak destijds.
En hoe zit het in België?
Ons land lijkt relatief stabiel, maar dat is geen reden tot geruststelling. Volgens de meest recente cijfers had in 2022 21 procent van de Belgische kinderen overgewicht, exact hetzelfde cijfer als in 2000. Het aantal met obesitas steeg licht van 6 naar 7 procent. Daarmee blijven we onder het Europese gemiddelde van 8 procent, maar de trend is vergelijkbaar.
Kinderen met ondergewicht zijn in België zeldzaam: ongeveer 2 procent, tegenover 3 procent gemiddeld in Europa.
Gezondheidsexperts waarschuwen dat de stabiliteit in België deels verklaard kan worden doordat het probleem bij ons al twintig jaar structureel aanwezig is. “Het is niet erger geworden, maar ook niet beter,” klinkt het.
Wat kunnen ouders doen?
Naast beleidsmaatregelen speelt ook de thuissituatie een cruciale rol. Enkele adviezen van voedingsdeskundigen:
- Voorzie gezonde snacks zoals fruit, noten of yoghurt in plaats van koekjes of chips.
- Beperk frisdrank en sapjes: water blijft de beste dorstlesser.
- Laat kinderen mee koken: zo leren ze spelenderwijs gezonde keuzes maken.
- Beperk schermtijd: minder tijd online betekent ook minder blootstelling aan fastfoodreclame.