Steeds jonger krijgen kinderen toegang tot sociale media. Waar het tien jaar geleden nog uitzonderlijk was om een 10-jarige met een smartphone te zien, is dat vandaag bijna de norm. TikTok, Instagram en zelfs Snapchat worden door basisschoolkinderen massaal gebruikt. Maar vanaf welke leeftijd kan dit écht schadelijk zijn? Wetenschappers en pedagogen waarschuwen dat de risico’s groter zijn dan veel ouders beseffen.
Wat zeggen onderzoekers?
Volgens een grootschalig onderzoek van het Amerikaanse National Institutes of Health kunnen sociale media een blijvende impact hebben op de ontwikkeling van het brein. Bij kinderen die voor hun dertiende levensjaar dagelijks sociale media gebruiken, zijn veranderingen zichtbaar in de hersengebieden die te maken hebben met beloning, impulscontrole en zelfbeeld.
Ook in België bevestigen experts van het Kenniscentrum Kinderrechten dat jongeren die te vroeg en te intensief online actief zijn, meer kans hebben op slaapproblemen, concentratieverlies en angstklachten. Vooral de continue prikkels – likes, meldingen en notificaties – zorgen ervoor dat kinderen minder goed tot rust komen.
De rol van leeftijd
Pedagogen leggen de kritische grens vaak rond 13 jaar. Niet toevallig is dat ook de minimumleeftijd die sociale media-platformen officieel hanteren. Voor die leeftijd zijn kinderen nog volop bezig met hun emotionele en sociale ontwikkeling. Confrontatie met cyberpesten, schoonheidsidealen of prestatiedruk kan hen sneller uit balans brengen.
Bij tieners tussen 14 en 17 jaar spelen dezelfde risico’s, maar hebben ze doorgaans een sterker ontwikkeld zelfbeeld en meer vermogen om kritisch te denken. Toch blijft de intensiteit van gebruik belangrijk: meer dan drie uur per dag wordt door onderzoekers consequent gelinkt aan een hoger risico op depressieve gevoelens.
Schermtijd en slaap
Een van de meest tastbare gevolgen is het effect op slaap. Kinderen die sociale media gebruiken vlak voor het slapengaan, vallen gemiddeld 45 minuten later in slaap en hebben meer kans op nachtelijk wakker worden. Het blauwe licht van schermen onderdrukt de aanmaak van melatonine, waardoor het natuurlijke slaapritme verstoord raakt.
Het gevolg is een vicieuze cirkel: minder slaap leidt tot prikkelbaarheid en concentratieproblemen, waardoor de schoolprestaties dalen.
Positieve kanten niet vergeten
Toch is sociale media niet per definitie slecht. Jongeren gebruiken het ook om creatief te zijn, contact te houden met vrienden of nieuwe interesses te ontdekken. Tijdens de coronaperiode bleek sociale media zelfs een belangrijke buffer tegen eenzaamheid.
Het probleem zit dus niet zozeer in het bestaan van sociale media, maar in de leeftijd en intensiteit waarop kinderen ermee in aanraking komen.
Wat kunnen ouders doen?
Ouders staan vaak machteloos tegenover de druk die kinderen voelen om “mee te zijn”. Enkele tips van experts kunnen helpen om de risico’s te beperken:
- Wacht zo lang mogelijk met een eerste smartphone. Rond 12 jaar kan een gsm zonder sociale media-apps een goede tussenstap zijn.
- Stel duidelijke regels: bijvoorbeeld geen schermen tijdens maaltijden en minstens een uur voor bedtijd wegleggen.
- Wees een voorbeeld: kinderen kopiëren gedrag van hun ouders. Zelf voortdurend op je gsm zitten, maakt afspraken ongeloofwaardig.
- Praat over inhoud: leer je kind kritisch kijken naar wat het ziet. Bespreek onderwerpen als filters, likes en online pesten.
- Gebruik ouderinstellingen: apps en toestellen bieden steeds meer mogelijkheden om schermtijd te beperken.
Druk vanuit de samenleving
Naast de rol van ouders groeit de druk op scholen en beleidsmakers om duidelijke richtlijnen te geven. Sommige scholen bannen smartphones volledig van de speelplaats, andere integreren ze gecontroleerd in de lessen. Ook de Vlaamse overheid overweegt om strengere afspraken te maken rond schermtijd en leeftijdsgrenzen.
In andere landen zijn al drastische stappen gezet. Zo voerde Frankrijk in 2024 een verbod in op smartphones in lagere scholen, en verplicht China sociale media-apps om tijdslimieten voor jongeren in te bouwen.
Een generatievraagstuk
De discussie gaat dus verder dan één gezin of één school. Het raakt aan een bredere vraag: hoe leren we kinderen omgaan met een digitale wereld die nooit meer weggaat? Te jong en onbegeleid gebruik van sociale media kan schadelijk zijn, maar het volledig verbieden is evenmin realistisch.
Ouders, scholen en beleidsmakers zullen samen moeten zoeken naar een evenwicht. Want de vraag is niet óf kinderen sociale media gebruiken, maar hoe, wanneer en met welke begeleiding dat gebeurt.