Het aantal faillissementen in België blijft stijgen. In het tweede kwartaal van 2025 gingen 3.410 bedrijven over de kop, het hoogste niveau in vijf jaar tijd. Vooral in de horeca, de bouw en de kleinhandel vallen harde klappen. Toch is het beeld niet volledig zwart: economen zien ook signalen van herstel en veerkracht in de Belgische economie.
Volgens data van Altares Dun & Bradstreet gaat het aantal faillissementen weliswaar de hoogte in, maar wordt tegelijk vastgesteld dat bedrijven sneller facturen betalen en dat de handelsactiviteit opnieuw aantrekt. Het is dus een dubbel verhaal van pijn én herstel.
Sectoren die het zwaarst getroffen zijn
Vooral de horeca blijft kwetsbaar. Stijgende energiekosten, hogere lonen en blijvende personeelstekorten zorgen ervoor dat cafés en restaurants moeilijk rendabel kunnen werken. In de bouwsector zijn het vooral kleinere aannemers die de druk voelen van stijgende materiaalprijzen en dalende marges. Ook de detailhandel ziet bedrijven sneuvelen, deels door online concurrentie, deels door verminderde koopkracht bij gezinnen.
Toch wijzen specialisten erop dat deze cijfers niet los staan van een bredere herstructurering. Sommige bedrijven verdwijnen, maar andere komen sterker terug of nemen marktaandeel over.
Betaalgedrag verbetert
Een opvallend positief signaal is dat Belgische ondernemingen opnieuw sneller hun facturen betalen. Waar in dezelfde periode vorig jaar slechts 57,8% van de facturen op tijd werd voldaan, ligt dat aandeel nu op bijna 70%. Ook de gemiddelde vertraging daalde: van ruim tien dagen naar net iets meer dan zeven.
Voor leveranciers en zelfstandigen maakt dit een groot verschil. Minder laattijdige betalingen betekent meer cashflow, wat vaak het verschil kan maken tussen overleven of failliet gaan.
Oorzaken van de stijging
De stijging van faillissementen is het resultaat van meerdere factoren:
- Nadrukkelijker controles: overheidssteun die tijdens de coronacrisis bedrijven overeind hield, is grotendeels weggevallen.
- Hogere rente: wie een lening heeft lopen, voelt dat de kosten zwaar doorwegen.
- Internationale onzekerheid: zwakke groei in de eurozone en geopolitieke spanningen maken investeerders en consumenten voorzichtiger.
- Loonindexeringen: in België stegen de loonkosten sterker dan in buurlanden, wat voor sommige sectoren extra druk zet op de marges.
Economische groei blijft nipt positief
Toch is er geen sprake van een recessie. De Belgische economie groeide in het tweede kwartaal met 0,2%, net boven de nullijn. Dat lijkt mager, maar in de huidige internationale context wordt het gezien als een teken van veerkracht. Ook de export presteert beter dan verwacht, vooral dankzij de chemiesector en farmaceutische industrie.
Economen van de Nationale Bank benadrukken dat België zich in een “fragiele evenwichtsfase” bevindt. De uitdagingen zijn groot, maar tegelijk is er voldoende dynamiek om een brede terugval te vermijden.
Wat betekent dit voor gezinnen en ondernemers?
Voor gezinnen blijft het een periode van voorzichtigheid. De koopkracht staat onder druk, al stabiliseert de inflatie. Dat betekent dat prijzen minder snel stijgen en lonen op termijn iets meer ademruimte geven.
Voor ondernemers blijft het zaak om alert te blijven: streng financieel beheer, aandacht voor cashflow en slim inspelen op veranderend consumentengedrag zijn cruciaal. KMO’s doen er goed aan hun betaalgedrag te verbeteren en duidelijke afspraken te maken met leveranciers en klanten.