Waarom je brein altijd het ergste scenario bedenkt (en hoe je dat stopt)

02 okt , 14:00Lifestyle
iStock-1055448892
Iedereen kent het wel: je kind is tien minuten te laat thuis, je partner neemt de telefoon niet op of je voelt een steek in je zij. Voor je het weet, zit je hoofd vol rampscenario’s. Van een ongeluk tot een ernstige ziekte – ons brein lijkt soms geprogrammeerd om altijd het ergste te denken. Maar waarom doen we dat eigenlijk? En belangrijker: hoe kan je die negatieve spiraal doorbreken?

Je brein wil je beschermen

Dat doemdenken is geen zwakte, maar een oud overlevingsmechanisme. Onze voorouders moesten voortdurend alert zijn voor gevaar. Het brein ontwikkelde een “negativity bias”: we onthouden negatieve signalen beter en reageren sneller op dreiging dan op iets positiefs. Een ritselende struik werd in hun ogen al snel een mogelijke leeuw – beter een vals alarm dan een levensgevaarlijke vergissing.
Vandaag leven we niet meer tussen wilde dieren, maar dat mechanisme zit nog altijd in ons. Een gemiste oproep kan dus onbewust dezelfde stressreactie oproepen als een gevaarlijk roofdier duizenden jaren geleden.

De vicieuze cirkel van piekeren

Een probleem is dat ons moderne brein geneigd is om door te gaan met die worstcasescenario’s. Je stelt je voor dat iemand te laat komt, vult de stilte met eigen invullingen en voor je het weet, zie je allerlei rampscenario’s voor je.
Het lichaam reageert daarop met stresssignalen: een hogere hartslag, gespannen spieren, een droge mond. Daardoor lijkt het alsof je angst “bevestigd” wordt, waardoor de cirkel rond is.
Psychologen noemen dit catastrofaal denken: een gedachte die steeds groter wordt tot ze alle logica overschaduwt.

Waarom stoppen zo moeilijk is

Veel mensen zeggen tegen zichzelf: “Ik moet gewoon stoppen met piekeren.” Maar dat werkt vaak averechts. Hoe harder je probeert niet aan iets te denken, hoe meer je brein die gedachte net vasthoudt.
Vergelijk het met een ballon die je onder water wil duwen: hoe meer kracht je zet, hoe harder hij terug naar boven schiet. Negatieve gedachten wegdrukken geeft ze onbewust meer aandacht.

Wat helpt wel?

Gelukkig zijn er wel technieken om de macht van je brein te temperen.
  • Herken de gedachte. Zeg tegen jezelf: “Dit is mijn brein dat het ergste scenario bedenkt.” Door het te benoemen, creëer je afstand.
  • Ga naar de feiten. Stel jezelf vragen als: “Wat weet ik écht?” en “Wat is de meest logische verklaring?” Vaak blijkt dat scenario veel milder.
  • Adem bewust. Door rustig te ademen, kalmeer je je lichaam. Dat doorbreekt de fysieke stressreactie.
  • Schrijf het neer. Een zorg op papier zetten maakt het concreet en minder overweldigend.
  • Verleg je aandacht. Ga wandelen, luister muziek of praat met iemand. Een brein in actie kan minder makkelijk blijven piekeren.

Wanneer wordt het problematisch?

Af en toe doemdenken is normaal en zelfs menselijk. Het wordt pas problematisch wanneer rampscenario’s je dagelijks functioneren beginnen te bepalen. Als je voortdurend in angst leeft, slecht slaapt of geen beslissingen meer durft nemen, kan het zinvol zijn professionele hulp te zoeken.
Cognitieve gedragstherapie bijvoorbeeld helpt mensen om gedachtenpatronen te herkennen en te doorbreken. Ook mindfulness en meditatie blijken effectief om piekergedachten te temperen.

Meer rust in je hoofd

Je brein is dus niet je vijand, maar eerder een overbezorgde bewaker die soms te hard zijn werk doet. Door je daarvan bewust te zijn en milde technieken toe te passen, kan je de controle terugnemen.
De volgende keer dat je jezelf betrapt op rampscenario’s, weet je: dit is een oud reflexmechanisme, geen voorspellende waarheid. En met een beetje oefening kan je dat mechanisme leren temmen.
loading

Loading